Maandelijks verzorgt Groei & Bloei Leidschendam-Voorburg een Groen-column: ‘Doen met Groen’. Daarin wordt steeds aandacht besteed aan een onderwerp dat op dat moment actueel is om in de tuin, het balkon of in huis te doen met groen.
Een grasgazon is een bepalend onderdeel van de tuin. Houd je het strak en kort, is het een speelweide van of maak je er een mooie wilde bloemenweide van? Voor het onderhoud maakt dat veel uit. Voor groot onderhoud is de zomerperiode niet geschikt. Je zou dan veel schade toebrengen aan het gras. Een strak siergazon vraagt wel om een regelmatige maaibeurt. Daarmee stimuleer je de groei van het gras. Als je tweemaal per week maait en de machine kort afstelt (2,5 cm) kun je het maaisel laten liggen. Daarmee voedt het gras zichzelf weer. Bij een stevig gazon voor spelende kinderen of waarop veel gelopen wordt, kunt je volstaan met éénmaal per week maaien. Laat het gras wat langer worden en stel de maaier wat hoger af (3-4 cm).
Omdat het maaisel grover is kan je het beter verwijderen. Wel moet je dan voedingstoffen van tijd tot tijd moeten aanvullen, anders wordt de grond steeds schraler. Als je het maaisel op een composthoop composteert en weer terug op het gazon brengt, gaan deze bouwstoffen niet verloren. Een bloemenweide vraagt juist om een schrale grond. Op voedselrijke grond moet je 3 á 4 keer per jaar maaien en het maaisel afvoeren zodat de bodem verschraalt. Op een schrale en voedselarme bodem zal het gras minder snel groeien en de bloeiende planten niet overwoekeren. Op een schrale bodem is één keer per jaar maaien voldoende. Doe dat in september en laat het maaisel enkele dagen liggen zodat het zaad kan indrogen en achterblijft. Maai een bloemenweide niet te diep (ca.5 cm). Dan voorkom je kale bruine plekken.
Wil je gras in de zomer groen houden, geef het dan af en toe water. Beter een flinke plens in één keer, dan elke avond een beetje. Een grasmat die ná een regenbui heel snel weer droog is, verdient wat extra humus. Zelfs in de zomer kun je dit, in kleine hoeveelheden, opbrengen en uitharken. Regenwormen en andere bodemdiertjes werken het wel onder de grasmat.