Maandelijks verzorgt Groei & Bloei Leidschendam-Voorburg een Groen-column: ‘Doen met Groen’. Daarin wordt steeds aandacht besteed aan een onderwerp dat op dat moment actueel is om in de tuin, het balkon of in huis te doen met groen.

Wanneer je in een prachtige bloeiende tuin rondwandelt en geniet van de mooie kleuren en geuren, besef je niet dat er in de bodem allerlei leven aanwezig moet zijn om er voor te zorgen dat de planten gezond en weelderig kunnen groeien.

Planten groeien door voortdurend nieuwe cellen aan te maken zodat er nieuwe takken, stengels, bladeren, knoppen en bloemen gevormd worden. Plantencellen zijn voornamelijk opgebouwd uit de elementen koolstof (O), waterstof (H), zuurstof (O), stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K). Daarnaast zijn er allerlei sporenelementen nodig om het groeiproces in de planten aan de gang te houden. In gezonde tuingrond is er voldoende van deze voedingstoffen aanwezig. In arme tuingrond kan je via bemesting het tekort aan voedingstoffen aanvullen.

Maar met de voeding alleen ben je er nog niet. De voedingstoffen moeten worden afgebroken en daarvoor is een heel leger van micro-organismen nodig: bacteriën, schimmels en piepkleine bodemdiertjes. Zij breken het ruwe materiaal af tot minuscule deeltjes die oplossen in water. Alleen dan kunnen plantenwortels de voeding opnemen en via hun sapstroom verspreiden naar takken, bladeren en bloemen. Geen bodemleven betekent dus: geen opname, geen groei, geen bloei. 

De kunst van het tuinieren is dus niet alleen zorgen voor voldoende voeding in de bodem, maar eerst en vooral moet er voldoende bodemleven aanwezig zijn om de voedingsdeeltjes af te breken en water waar de voedstoffen in kunnen oplossen. De motor van een gezond bodemleven is humus, zuurstof en een voldoende open structuur. Wanneer er voldoende humus in de bodem aanwezig is zal de grond donker van kleur zijn en niet zo makkelijk uitdrogen. Gelukkig kun je zelf veel doen om die levende bodem te voeden. Voeg compost toe wanneer je nieuwe planten zet – gewoon een scheut door het plantgat mengen. Of strooi een laag compost tussen bestaande planten; het bodemleven trekt het vanzelf naar beneden. Zo geef je je tuin een stevige basis, zonder kunstgrepen.

De kunst van tuinieren zit hem dus niet alleen in bloemen kiezen of netjes schoffelen, maar vooral in zorgen voor het onzichtbare. Zie het bodemleven als je stille tuinploeg: dag en nacht zijn ze aan het werk om de voeding voor je planten beschikbaar te maken. En wie goed voor die ploeg zorgt, krijgt er een weelderige, bloeiende tuin voor terug.